In de tijd van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) waren er drie metgezellen die erg veel honger hadden, waaronder Miqdad (moge Allah tevreden met hem zijn). Ze hadden niks en gingen naar de metgezellen, maar zij konden hen niets bieden. Toen kwamen ze bij de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) en hij bood hen onderdak, waar hij drie geiten had. Hij liet hen de geiten melken en dat deden zij. Zij dronken van de melk en lieten de rest staan voor de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) over. Op een nacht beïnvloedde Shaitan Miqdad, waarop Miqdad besloot de melk van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) ook te drinken, met de gedachte dat hij geen behoefte zou hebben aan melk. Toen Miqdad het gedronken had, kreeg hij heel veel spijt en hij was heel erg bang dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) hem zou vervloeken. De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) kwam terug van de moskee wilde van zijn melk drinken, maar hij vond niks in zijn glas. De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) hief zijn handen op en Miqdad was bang dat hij nu vervloekt zou worden. Maar in plaats daarvan zei hij: “O Allah, voed degene die mij gevoed heeft en geef degene te drinken die mij te drinken geeft.” Zie hier de verhevenheid van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). Lees verder…