Smeekbede van degenen die nadenken

Allah spreekt in de Koran over de bezitters van verstand, die de Tekenen van Allah zien. Allah zegt over hen: “Degenen die Allah gedenken terwijl zij staan en zitten en op hun zij liggen en nadenken over de schepping van de hemelen en de aarde, zeggend: “Onze Heer, U heeft dit (alles) niet voor niets geschapen, glorie zij U, bescherm ons dus tegen de bestraffing van de Hel. Onze Heer, voorwaar, U bent Degene Die iemand de Hel binnenleidt, U heeft hem dan waarlijk vernederd. En voor de onrechtvaardigen zullen er geen helpers zijn. Onze Heer, voorwaar, wij hebben een oproeper gehoord die oproept tot geloof: “Geloof in jullie Heer,” dus geloven wij. Onze Heer vergeef ons onze zonden en wis onze fouten uit en neem ons leven met (dat van) de vromen. Onze Heer, schenk ons wat U aan Uw Boodschappers belooft heeft en verneder ons niet op de Dag der Opstanding. Voorwaar, U verbreekt de belofte niet.”

Na het benoemen van deze smeekbeden die zij uitspreken, zegt Allah in de Koran: “En hun Heer heeft hun (smeekbede) verhoord (zeggend:) “Voorwaar, Ik doe het werk van de werkenden van jullie niet verloren gaan, of het nu een man of een vrouw is, jullie komen uit elkaar voort. Zij die uitgeweken zijn en uit hun huizen verdreven werden, en zij (die) doodden en gedood werden: Ik zal hun fouten zeker uitwissen en hen in de Tuinen binnenleiden, waar onder door de rivieren stromen, als een beloning van bij Allah. En Allah, bij Hem is de goede beloning.”

Smeekbede in het Arabisch

رَبَّنَا مَا خَلَقْتَ هَـٰذَا بَاطِلًا سُبْحَانَكَ فَقِنَا عَذَابَ النَّارِ

رَبَّنَا إِنَّكَ مَن تُدْخِلِ النَّارَ فَقَدْ أَخْزَيْتَهُ ۖ وَمَا لِلظَّالِمِينَ مِنْ أَنصَارٍ

رَّبَّنَا إِنَّنَا سَمِعْنَا مُنَادِيًا يُنَادِي لِلْإِيمَانِ أَنْ آمِنُوا بِرَبِّكُمْ فَآمَنَّا  

 رَبَّنَا فَاغْفِرْ لَنَا ذُنُوبَنَا وَكَفِّرْ عَنَّا سَيِّئَاتِنَا وَتَوَفَّنَا مَعَ الْأَبْرَارِ

رَبَّنَا وَآتِنَا مَا وَعَدتَّنَا عَلَىٰ رُسُلِكَ وَلَا تُخْزِنَا يَوْمَ الْقِيَامَةِ  

إِنَّكَ لَا تُخْلِفُ الْمِيعَادَ 

Betekenis van de smeekbede

Onze Heer, U heeft dit (alles) niet voor niets geschapen, glorie zij U, bescherm ons dus tegen de bestraffing van de Hel.

Onze Heer, voorwaar, U bent Degene Die iemand de Hel binnenleidt, U heeft hem dan waarlijk vernederd. En voor de onrechtvaardigen zullen er geen helpers zijn.

Onze Heer, voorwaar, wij hebben een oproeper gehoord die oproept tot geloof: “Geloof in jullie Heer,” dus geloven wij.

Onze Heer vergeef ons onze zonden en wis onze fouten uit en neem ons leven met (dat van) de vromen.

Onze Heer, schenk ons wat U aan Uw Boodschappers belooft heeft en verneder ons niet op de Dag der Opstanding. Voorwaar, U verbreekt de belofte niet.

Uitspraak van de smeekbede

Rabbana maa galaqta hadha batilan soebhaanaka faqinaa 3adhaaba n-nari.

Rabbana innaka man toedgili n-nara faqad agzaytahoe wa maa lilththaalimiena min ansaarin.

Rabbana innanaa sami3naa munaadiyan yoenaadie lil-iemaanie an aminoe birabbikoem faamannaa

Rabbana faghfir lanaa dhoenoebanaa wa kaffir 3annaa sayyi-aatinaa wa tawaffanaa ma3a al-abraari

Rabbana waatinaa maa wa3adtanaa 3ala roesoelika wa laa toegzinaa yawma l-qiyaamati

Innaka laa toeglifoe l-mie3aada.

Extra informatie over de smeekbede

Deze smeekbede is afkomstig uit de Koran, in soerah Ali Imraan, verzen 191 tot en met 194. De verzen in de inleiding komen ook uit soerah Ali Imraan, verzen 190 tot en met 195.