Shahada / geloofsgetuigenis

Om tot de islam toe te treden, dien je de shahada (geloofsgetuigenis) uit te spreken. Met het uitspreken van de shahada getuig je dat er geen god is die aanbeden mag worden, behalve Allah en je getuigt dat Mohammed (vrede zij met hem) Zijn dienaar is en Zijn Boodschapper. De shahada wordt als volgt uitgesproken:

Shahada in het Arabisch

أَشْـهَدُ أَنْ لا إِلـهَ إِلاّ الله ، وَأَشْـهَدُ أَنَّ مُحَمّـداً عَبْـدُهُ وَرَسـولُه

Vertaling van de shahada

Ik getuig dat er geen god is die het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah, en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en Boodschapper is.  

Uitspraak van de shahada

Eshhedoe an laa ilaha illallah, wa eshhedoe enna moehammaden abdoehoe wa rasoeloeh.

Extra informatie over de islamitische geloofsgetuigenis

De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De islam is op vijf (zuilen) gebouwd: getuigen dat er geen god is (die het recht heeft aanbeden te worden) dan Allah en dat Mohammed de Boodschapper van Allah is (shahada), het verrichten van de gebeden, het betalen van de zakaat, het verrichten van de bedevaart naar het Huis (in Mekka) en het vasten in Ramadaan.” (Hadith Nawawi 3, Boekhaarie en Moeslim).

Het uitspreken van de shahada behoort dus tot de vijf zuilen van islam en wordt ook wel als de belangrijkste pilaar gezien. Wannaar deze belangrijkste pilaar omvalt, valt het hele geloof om. Immers, zonder het geloven in de shahada is er geen geloof. Het uitspreken van de shahada dient dus ook gepaard te gaan met een rotsvast geloof erin. Eveneens dient dit geloof ten uitvoer gebracht te worden in uitspraken en daden.

We kunnen de shahada in twee delen verdelen. Het eerste deel van de shahada ‘Ik getuig dat er geen god is die het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah’, bestaat uit een ontkenning en een bevestiging. Allereerst ontkennen we dat er geen andere god is die aanbeden mag worden. We sluiten hiermee alle goden uit en maken daarna slechts één uitzondering: we bevestigen dat Allah dit recht wel heeft. We bevestigen dus dat Allah de Enige is die aanbeden mag worden.

Daarna bevestigen en getuigen we met het tweede deel van de shahada dat Mohammed (vrede zij met hem) de dienaar en de Boodschapper is van Allah. En daarmee erkennen we dat we geloven in Mohammed als Profeet (vrede zij met hem). Dit geloven houdt natuurlijk ook in dat we zijn voorbeeld volgen, hij weet als Profeet van Allah immers het beste hoe we Allah kunnen behagen.