Doea tijdens sudjud in het gebed (versie 4)

De sudjud is een onderdeel van het gebed waarover de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd: “Het moment waarop de dienaar het dichtste bij zijn Heer is, is tijdens de neerknieling, dus vermeerder de smeekbeden (tijdens deze neerknieling).” Eén van de doea die de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) gebruikt heeft, is: “O Allah, vergeef me al mijn zonden, de grote en de kleine, de eerste en de laatste, de zichtbare en de onzichtbare.”

Doea in het Arabisch

اللَّهُمَّ اغْفِرْ لِي ذَنْبِي كُلَّهُ، دِقَّهُ وَجِلَّهُ، وَأَوَّلَهُ وَآخِرَهُ وَعَلَانِيَتَهُ وَسِرَّهُ

Betekenis van de doea

O Allah, vergeef me al mijn zonden, de grote en de kleine, de eerste en de laatste, de zichtbare en de onzichtbare.

Uitspraak van de doea

Allahoemma ghfirlie dhanbie koellahoe diqqahoe wa djillahoe wa awwalahoe wa agirahoe wa 3alaaniyyatahoe wa sirrah.

Extra informatie over de doea

Deze doea staat vermeld in Moeslim. De hadith in de inleiding is overgeleverd door Moeslim, Aboe Dawoed, An-Nasaa’i en anderen.

Trefwoorden: