Dua tijdens neerbuiging in het gebed (versie 1)
Tijdens het gebed in de islam neemt de biddende persoon verschillende houdingen aan. Eén van deze houdingen is een buiging die gemaakt wordt, welke ook wel ar-ruku genoemd wordt. De biddende buigt voorover, plaatst zijn handen op de knieën en maakt zijn rug recht. In deze houding kunnen verschillende smeekbeden verricht worden.
Dua in het Arabisch
سُبْـحانَ رَبِّـيَ الْعَظـيم
Betekenis van de smeekbede in het gebed
Geprezen bent U, mijn Heer, de Almachtige.
Uitspraak van de smeekbede
Soebh’aana Rabbieya l-‘adhziem.
Extra informatie
Deze dua is overgeleverd door Aboe Dawoed, Ibn Maajah, An-Nasaa’i, Ahmed en At-Thirmidhi. Het is een sunnah om deze smeekbede twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf of twaalf keer uit te spreken in deze houding. Maar het dient op zijn minst één keer uitgesproken te worden, dit is een verplichting binnen het gebed. Daarna kunnen er ook andere authentieke smeekbeden uitgesproken worden.
Voor meer informatie over smeekbeden in het gebed, bekijk dan deze pagina.